Wanneer ben je rijk? Als je een dikke Porsche voor de deur van je villa hebt staan? Als je een groot jacht in de haven van Monaco hebt liggen? Veel mensen associëren rijkdom met vrijheid. Het ‘zwitserlevengevoel’, blote voeten op een exotisch strand. De vrijheid om te doen wat je zelf wilt, wanneer je het wilt.
Het is lastig om een prijskaartje te hangen aan het begrip ‘rijk’. Wanneer je zelf vindt dat je rijk bent is immers heel persoonlijk. Je moet het gevoel hebben dat je genoeg hebt, dat je tevreden bent met wat je hebt. Voor de een zal dat een villa en een luxe uitgevoerde BMW zijn. Een ander heeft misschien al genoeg aan een bescheiden huisje en een tweedehands peugeootje.
Zelf wil ik vooral vrij zijn. Vrij van de molensteen die hypotheek heet. Vrij van de verplichting om mezelf voor dag en dauw naar een of andere grijze kantoorkolos te slepen. Ik wil uitslapen als het ’s ochtends nog donker is en buiten regent, ik wil in de zon in het gras liggen en kijken naar de voorbijdrijvende wolken, ik wil mooie dingen maken, ik wil veel tijd doorbrengen met vrienden en familie, kortom: ik wil vrij zijn om de dag in te delen zoals ik dat zelf wil, en te genieten van het leven.
Maar hoe bereik je die vrijheid? Hoe zorg je ervoor dat de zo rijk wordt dat je je kunt veroorloven om de deur van kantoor definitief achter je dicht te trekken? Door financiële onafhankelijkheid te bereiken. Rijke Stinkerd gaat over mijn reis naar financiële onafhankelijkheid.
Reageer